Het kost 75 miljoen euro om de regionale spoorlijn van een bovenleiding te voorzien. Het Rijk betaalt 30 procent daarvan, de rest is voor de provincie. Overijssel maakte dinsdag bekend dat Arriva deze verbinding, onderdeel van de Vechtdallijnen, ook na 2028 blijft exploiteren. Arriva verzorgt nu al het regionale treinvervoer in Overijssel en Drenthe. De provincies betalen hiervoor samen jaarlijks 12 tot 15 miljoen euro.

Volledig emissievrij

In Overijssel rijden nu ook nog dieseltreinen op de verbinding tussen Oldenzaal en de Gelderse stad Zutphen, en tussen Enschede en Duitsland. De provincie heeft als doel dat het ov in 2030 volledig emissievrij is en wil die lijnen dus ook elektrificeren. Voor de lijn Zutphen-Oldenzaal moet Overijssel echter ook overeenstemming bereiken met Gelderland en de verbinding Enschede-Dortmund/Münster is in Duitse handen.

Nedersaksenlijn

Het spoor tussen Mariënberg en Almelo maakt deel uit van de toekomstige Nedersaksenlijn, een treinverbinding tussen Groningen en Enschede. Een groot deel van het tracé loopt parallel aan Kanaal Almelo-De Haandrik, waar honderden huizen schade hebben opgelopen na werkzaamheden aan het kanaal. Om nu hinder voor de omgeving te beperken, wil spoorbeheerder ProRail onder meer een alternatief type fundering voor de bovenleidingen aanleggen.